Skip to main content

Kinderbekkenfysiotherapie

Plas- en poepklachten bij kinderen (>3 jaar) kunnen te maken hebben met het verkeerd gebruik van de bekkenbodemspieren of met verkeerd aangeleerd toiletgedrag.  Ook kan een buikoperatie, een aangeboren afwijking, stressfactoren of een traumatische ervaring invloed hebben op het plas- en poepgedrag.

Plasklachten

  • Plasverlies overdag: zonder medische reden terwijl het kind al zindelijk hoort te zijn;
  • Bedplassen: terwijl het kind overdag al lang droog is;
  • Aandrangsyndroom: vaak kleine plasjes doen of urineverlies bij heftige plasaandrang;
  • Luie blaas: slecht kunnen plassen door continu teveel ophouden bij aandrang;
  • Verkeerd spiergebruik: persend plassen bij een verkramping van de bekkenbodemspieren.

Poepklachten

  • Obstipatie: minder dan 3x per week harde, dikke ontlasting hebben met pijn;
  • Poepverlies: verlies van ontlasting door slecht aandranggevoel;
  • Vieze broeken: vaak zacht poepverlies wat wegsijpelt;
  • Angst om te poepen: op de wc of op het potje lukt het niet, in de luier wel.

Therapie

De kinderbekkenfysiotherapeut maakt het kind én de ouders bewust van de plas- en poepspieren (bekkenbodemspieren) en geeft toiletoefeningen en drink- en eetadvies. Tevens wordt gelet op de ademhaling en buikdruk, aandrang herkennen en mogelijke stressfactoren.

Afstemmen van beleid met ouders, school en kinderopvang of BSO is hierbij belangrijk!  Soms is samenwerking met een kinderfysiotherapeut of kinderpsychotherapeut zinvol, met name bij gedragsmatige problemen.